Minder toepassen van biomassacentrales

Moreel appèl college Lansingerland op glastuinbouwsector

Lansingerland – Wethouder Jan-Willem van den Beukel heeft door een extern procesmanagementbureau een nota getiteld ‘Handelingsperspectief biomassaverbranding voor de glastuinbouw in Lansingerland’ laten opstellen. Leden van de gemeenteraadscommissie Ruimte begrijpen dat het college van b. en w. geen wettelijke bevoegdheden heeft een centrale te sluiten, maar vindt de huidige benadering niet daadkrachtig genoeg.

Freek J. Zijlstra

Moreel appèl

Om ervoor te zorgen dat Lansingerland in 2050 een CO2-neutrale gemeente is, moeten er nog flinke stappen worden gezet zodat de energie die nodig is, volledig wordt opgewekt uit hernieuwbare bronnen. Biomassa werd gezien als zo’n hernieuwbare bron, maar daarover kantelt het inzicht tijdens het maatschappelijke debat. De huidige wettelijke kaders maken het verbranden van biomassa nog steeds mogelijk. Toch vindt het college van b. en w. de bouw van nieuwe installaties voor de verbranding van houtige biomassa onwenselijk. Biomassa kan als transitiebrandstof tijdelijk een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de energievoorziening voor de glastuinbouw in Lansingerland, stelt het college echter. Die tijdelijkheid zou het geval kunnen zijn als de glastuinbouw over kan stappen op alternatieve, duurzame, betrouwbare en betaalbare warmtebronnen.
Het college ziet dan ook een afbouwpad voor de inzet van biomassaverbranding. Dan komt een MAAR: de lokale overheid heeft niet de wettelijke bevoegdheden om te sturen op (het realiseren of verbieden van) biomassa verbrandingsinstallaties. Daarom doet het college een moreel appèl op de glastuinbouwsector om terughoudend om te gaan met de bouw van nieuwe biomassacentrales. En dat kan als regionale warmtetransportnetten en geothermiebronnen gerealiseerd worden.

Verkwanselen van het klimaat

Tineke van der Knaap is er niet gerust op. Zij sprak aan het begin van de vergadering op dinsdag 6 april jl. de leden van commissie Ruimte toe. Ze was eerder in het nieuws met haar actiegroep ‘Stop de bomenkap’ in Bleiswijk. Ze bestrijdt het idee dat bomenkap voor de verbranding in biomassacentrales een ‘hernieuwbare bron’ zou zijn. Immers, het is geen onuitputtelijke bron, en nieuwe aanplant heeft minstens 50 jaar nodig om een volwassen boom te worden. “Het hou(d)t een keer op!” waarschuwt Van der Knaap. “U vergeet zich zorgen te maken over de hernieuwbaarheid! Daarmee verkwanselt u het klimaat.” Ze vraagt om meer bewustwording en het alsnog intrekken van een viertal verleende vergunningen voor kleine centrales, omdat het maatschappelijk onverantwoord is als die alsnog operationeel zouden worden.

Slecht voor de gezondheid

Jan Pieter Blonk (Leefbaar 3B) spreekt zich ferm uit: “Het college moet meer doen dan alleen een moreel appèl onder woorden brengen. Het moet nu alles uit de kast halen zodat die vier centrales niet alsnog gebouwd gaan worden.” Matthijs Machielse (VVD) wijst er op dat het verbranden van biomassa veel meer CO2 uitstoot dan steenkool of aardgas. Het is daarom als transitiebrandstof onacceptabel. Charles van Harn (CDA) legt zich bij de werkelijkheid neer dat het college nu eenmaal niet de wettelijke bevoegdheid heeft een biomassacentrale af te wijzen als het aan alle eisen voldoet. Daar zullen we mee moeten leven zolang er geen betere en duurzame alternatieven voor de glastuinbouw zijn. Jan Alsemgeest (WIJ Lansingerland) vindt het onbegrijpelijk dat het Rijk dit soort activiteiten, met subsidie nog wel, mogelijk maakt. Arjen Hofman (ChristenUnie) vraagt het college om een scherpere koers te varen. Ronald van der Stad (D66) mist concrete actiepunten, bijvoorbeeld dat er gehandhaafd wordt op uitstoot van fijnstof, dat slecht is voor de volksgezondheid. Menno Duk vindt het opwekken van warmte door de verbranding van groen afval een slimme methode, maar dan moet de grondstof niet uit kostbaar hout bestaan. Dat is echt niet meer van deze tijd. Hij vraagt zich af of een ondernemer na het doen van kostbare investeringen gevoelig is voor een moreel appèl. Valmir Xhemaili (PvdA) vindt dat alle inzet zich nu moet richten op het realiseren van een warmterotonde.

Ontwikkelen alternatieven

Wethouder Van den Beukel beaamt dat het verbranden van biomassa een ongemakkelijk thema is. Behalve het doen van een moreel appèl wordt er natuurlijk volop ingezet op de ontwikkeling van alternatieven. Betreffende ondernemers hebben echter niet kunnen voorzien dat er zo’n snelle omslag in de maatschappelijke discussie zou zijn over toepassing van biomassa. Dat kun je de ondernemer niet aanrekenen. “Hout is te mooi om te verbranden. Rijkssubsidies hebben een looptijd van 10-12 jaar. Dan is het niet meer interessant om dit toe te passen. We houden intussen de lokale uitstoot goed in de smiezen,” aldus Van den Beukel.
Deze nota komt met de nodige aanscherpingen terug in de gemeenteraad.