Tien jaar zorg en liefde in Hospice Lansingerland

Bergschenhoek - In april van dit jaar bestaat Hospice Lansingerland tien jaar. Vanwege corona kunnen er niet veel jubileumactiviteiten georganiseerd worden. Om toch iets bijzonders te doen verschijnt in april een speciaal jubileumboekje met ervaringen van de vrijwilligers uit deze tien jaar. De Heraut sprak met Brigitte de Jong, manager van Hospice Lansingerland en twee vrijwilligers, Emily Tjen-Kamerbeek en Inger Vendelmans.

Marianne Karsemeijer

Helaas is Hospice Lansingerland, na vijf maanden na een coronabesmetting weer operationeel te zijn geweest, opnieuw vanwege het virus gesloten. "We hebben hier helaas weer toe moeten besluiten, omdat onze vrijwilligers nog niet gevaccineerd zijn", zegt Brigitte. "Omdat we als hospice niet gerelateerd zijn aan een verpleeg- of ziekenhuis krijgen we geen voorrang. Dit betekent dat onze zeven bedden een maand lang niet bezet zijn. Dit is erg, want juist nu is het zo nodig, maar we konden het risico dat onze vrijwilligers besmet raken niet nemen."

Positieve sfeer

Emily en Inger vertellen graag over het werk dat ze doen. "Ik wil graag benadrukken wat een positieve sfeer hier hangt", zegt Emily. "Dat willen we graag uitstralen met elkaar."
Er werken momenteel 80 vrijwilligers waarvan 77 vrouwen en 3 mannen. "Ik heb de ervaring dat het werken met alleen vrouwen niet makkelijk is, maar hier lukt het wel", zegt Inger. "Ik vind dat heel bijzonder. Er heerst hier een bepaalde rust en iedereen respecteert elkaar en je krijgt de ruimte om het op je eigen manier te doen, natuurlijk wel binnen de regels en protocollen die hier gelden, dat geeft zoveel voldoening."

Wat is palliatieve terminale zorg

Als iemand te horen krijgt dat er geen behandeling meer mogelijk is dan is iemand palliatief. Er is geen genezing meer mogelijk, maar iemand is niet direct terminaal. Het laatste stukje van de palliatieve periode is als mensen binnen een te verwachten periode gaan overlijden. Dat is het stukje waar Hospice Lansingerland zich op richt, de terminale zorg. Daarin verschillen ze met verpleeghuizen en ziekenhuizen. In de training die alle vrijwilligers krijgen voordat ze met dit werk beginnen wordt uitgebreid ingegaan op de manier waarop met een patient omgegaan moet worden, maar ook vooral wat het geven van terminale zorg met iemand doet. De mensen die naar een hospice worden overgebracht, komen om er te overlijden, dat is zwaar, je ziet als vrijwilliger verschrikkelijke dingen, maar juist het feit dat je iets kunt betekenen voor iemand maakt het werk zo de moeite waard. "En ook het omgaan met de familie is heel belangrijk", zegt Emily. "Je kunt echt iets voor hen betekenen en hen ontlasten." Inger vult aan dat het rouwproces begint zodra iemand over de drempel stapt, ook voor de familie, maar in het hospice kan daar over gesproken worden, het wordt daardoor minder beladen, er kan gehuild worden, maar er kan ook gelachen worden. "Dat gebeurt veelvuldig", zegt Inger, "met elkaar, maar ook met de patiënten, naast alle ellende is daar zeker plaats voor". Dit maakt dat de patiënten zich thuisvoelen. Naast de zorg voor de patiënt en de naasten is er ook de zorg voor elkaar, voor de vrijwilligers onderling. Dat is een belangrijk onderdeel van het vrijwilligerswerk. Je kunt elkaar aanvullen en ondersteunen en bouwt een band op.

Jubileumboekje

Het jubileumboekje bestaat uit ervaringsverhalen van de vrijwilligers, aangevuld met foto's van zowel de vrijwilligers als de gasten. Mooie, hartverwarmende verhalen, maar ook grappige anekdotes. Inger vertelt het verhaal van de kabouter: "Er lag een man op kamer 'aloe vera', die grenst aan de tuin. De man was dementerend, dat moet ik erbij zeggen. Op een gegeven moment ging hij roepen dat hij een kabouter in de tuin zag. De vrijwilliger die bij hem kwam praatte een beetje met hem mee en ging uiteindelijk weer met haar werk verder. Maar de man bleef roepen dat er toch echt een kabouter in de tuin zat, met een baardje en een brilletje. Er werd verder geen aandacht aan besteed maar na een tijdje werd er hard ergens op een raam geklopt. Het bleek een bezoeker te zijn, die even het terras op was gegaan voor een sigaretje en was buitengesloten. Hij had een half uur in de kou buiten gestaan, zonder jas en inderdaad, hij had een baard en een brilletje."
Deze verhalen illustreren dat er ondanks de zwaarte van de situaties ook gelachen kan worden. De gasten kunnen zich helemaal thuis voelen en mogen de laatste periode van hun leven nog genieten van dingen, zoals een glaasje wijn of een sigaretje, maar ook van het contact met de vrijwilligers en de andere gasten. Ze worden omringd met zorg en liefde en dat is van onschatbare waarde.