Stil leed van een huisman

Berkel en Rodenrijs - Genoegzaam bekend is dat het rechterschap geen rustig bezit is. Minder bekend is hoe het deze beroepsgroep vergaat als de toga aan de wilgen is gehangen. Ik doel dan met name op mogelijk en onvermoed onheil dat hen dan boven het in mijn geval kalende hoofd hangt. Het leek mij geen onaardige gedachte enige persoonlijk ervaringen in dat opzicht te delen met mijn lezers ook al betekent het een inbreuk op mijn persoonlijk leven. Het ontluisterend beeld van de rechter in ruste neem ik dan maar op de koop toe.

Waar ik jarenlang was vrijgesteld van huishoudelijke taken werd onlangs een beroep gedaan op mijn afnemende doch immer nog sluimerende arbeidskracht en mij als zijinstromer beschikbaar te stellen. Aanleiding was dat er ten huize De Boer een welhaast onoverkomelijke wijziging in de personele bezetting was opgetreden en er een vacature was ontstaan op de werkvloer. Het landelijke personeelstekort kwam nu wel erg dichtbij. Wat was het geval. De hulp in de huishouding - ook wel milieumedewerkster of minder verheven werkster genoemd - gaf er na veertig jaar trouwe dienst de brui aan en besloot het rustiger aan te gaan doen. Het moet gezegd worden dat ze het weliswaar tijdig voordien had aangekondigd doch als het zo ver is valt het toch wel rauw op het lijf en wordt men erdoor overvallen.
Mijn vrouw die doorgaans verstandige besluiten neemt waar het betreft de huishouding, kwam deze keer op het onzalige idee stoffer en blik zelf ter hand te nemen. Ik kon zulks billijken. Had er echter niet op gerekend dat daarbij ook voor mij een taak zou zijn weggelegd. Het was mij aanvankelijk ontgaan en werd eerst later op pijnlijke wijze duidelijk. Nu is lichamelijke arbeid niet iets is waar rechters in plegen uit te munten. Mijn vrouw voorzag mij van de nodige attributen, die ertoe strekten de mij toebedeelde taak draaglijk te maken. De elektrische stofzuiger kwam mij bekend voor - ik herkende het geluid als storend tijdens mijn rechterlijke arbeid - doch had het nimmer daadwerkelijk ter hand genomen. Dringend doch beleefd werd mij verzocht eerst stof af te nemen voor het eigenlijke werk een aanvang kon nemen. Onbetwist hoogtepunt in mijn nieuwe werkkring was toen een speciaal voor mij nog steeds niet geheel te doorgronden vervaarlijk uitziend instrument werd gedemonstreerd. Het stelt de gebruiker in staat in alle hoeken en gaten te komen zonder een onmogelijke gymnastische houding met een hoek van 180 graden te moeten aannemen. De rechter in ruste had zich zijn gepensioneerde bestaan anders voorgesteld.

Lof

Nimmer in mijn carrière werd mij zoveel lof toegezwaaid. Ze hield in zoverre wel rekening met mijn afnemende krachten dat een taakverdeling in goed overleg werd overeengekomen. Ik heb inmiddels enige tijd ervaring met mijn onvrijwillige deeltijdarbeid. Ik heb niet kunnen vermoeden dat mijn vrouw in mij onvermoede talenten zou aanboren. Ik wil niet zover gaan te betogen dat een glansrijke carrière aan mij is verloren is gegaan. Mijn vrouw denkt daar anders over zegt ze of zou het slechts een poging harerzijds zijn mijn arbeidslust niet te ondermijnen. De toga is nu voor goed ingewisseld voor stoffer en blik. Ik berust erin dat mijn geestelijke arbeid het heeft moeten afleggen tegen de verantwoordelijkheid, die het gezamenlijk bestieren van de huishouding nu eenmaal meebrengt.
Als beloning behoefde voor vlaggetjesdag in mijn woonplaats Berkel geen snipperdag te worden opgenomen,
waarvoor ik mijn werkgeefster ten diepste erkentelijk ben. Op Schiphol is er een tekort aan schoonmaakpersoneel. Wellicht dat ik daar nog wordt ingezet bij gebleken geschiktheid. Misschien word ik ook nog wel voorgedragen voor een lintje als vrijwilliger indien het de Majesteit behaagt.
Uw dienstwillige,

Gerrit de Boer