Provincie zet gemeente voorzichtig onder druk over Driehoek Noordpolder

Lansingerland – De provincie Zuid-Holland wijst gemeenten er op dat gronden die de bestemming hebben voor woningbouw in deze tijden van een groeiende woningbehoefte niet onbenut mogen blijven. Het college van b. en w. ontving een brief waaruit de zachte dwang om Driehoek Noordpolder te bebouwen voelbaar wordt.

Freek J. Zijlstra

De Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland stuurden op 9 november jl. een brief aan het college van b. en w. over woningbouwlocaties in de gemeente die groter zijn dan drie hectare en in provinciaal omgevingsgebied liggen. Het college stuurde de brief op 23 november jl. ter informatie door aan de gemeenteraad.
In het eerste gedeelte van de brief staat de provincie stil bij de constatering dat de woningbehoefte groot is, terwijl de ruimte om te bouwen schaarser wordt. Dus moet de beschikbare ruimte in stedelijke en dorpsgebieden beter benut worden. Na inventarisatie blijkt dat voor een groot aantal locaties die groter dan 3 hectare zijn nog geen concrete bouwplannen gerealiseerd worden.

Inhoudelijke onderbouwing

Na deze algemene inleiding wordt de provincie concreet en vraagt wat er nodig is om de woningbouwlocatie Driehoek Noordpolder te kunnen realiseren.
Gedeputeerde Staten schrijven: ‘De reden hiervoor is dat u tot op heden voor deze locatie onvoldoende stappen hebt genomen om tot realisatie te komen. De realisatie van deze locatie heeft extra prioriteit vanwege het toevoegen van sociale woningen in uw gemeente in het kader van de Aanpak Sociaal in de regio Rotterdam. Wij hebben u naar aanleiding van de inventarisatie van de Antea Group in mei van dit jaar hierover geïnformeerd. Daarbij hebben wij u dringend gevraagd de extra mogelijkheden voor extra sociale woningen daadwerkelijk te benutten. De Antea Group heeft daarbij ook met name de Driehoek Berkel Noord genoemd. Wij vragen u de ontwikkeling van Driehoek Berkel Noord dan ook op korte termijn ter hand te nemen. Wij beraden ons nog voor deze locatie op de inzet van het provinciaal juridisch instrumentarium om hiermee het doel van voldoende sociale woningbouw in uw gemeente te bereiken.’
Uitgangspunt van de provinciale omgevingsvisie is dat het gaat om een reële ontwikkeling binnen een periode van ten hoogste 10 jaar. Na een periode van 5 jaar is een tussentijdse evaluatie wenselijk. Als er dan geen zicht is op realisering, moet worden bezien of de locatie nog wel nodig is.
‘Wij vernemen graag van u op welke wijze genoemde locatie wel binnen 10 jaar gerealiseerd kan worden en verzoeken u om binnen 6 weken na verzending van deze brief een reactie te geven. Naast een inhoudelijke onderbouwing ontvangen wij graag ook een planning met mijlpalen, zodat de voortgang de komende jaren onderwerp van gesprek blijft tussen gemeente en provincie. Indien (aanvullende) inzet van de provincie het mogelijk maakt om de bouwlocatie wel binnen 10 jaar te realiseren, vernemen wij dat ook graag, zodat we gezamenlijk kunnen inventariseren wat de mogelijkheden zijn,’ aldus Gedeputeerde Staten.