Burgerparticipatie wordt nieuwe impuls gegeven
Lansingerland – Het college van b. en w. gaat aan de inwoners via een enquête vragen wat men van burgerparticipatie vindt. In de commissie Algemeen Bestuur werd een eerste gedachtewisseling gehouden over de opzet ervan.
Freek J. Zijlstra
In onze woonomgeving zijn veel inwoners op vrijwillige basis actief in verenigingen en organisaties. Veel inwoners zijn ook betrokken op alles wat in hun wijk gebeurt. Als er ontwikkelingen zijn die effecten kunnen hebben op het woongenot, de veiligheid of de gezondheid komen veel mensen in beweging. Dan wil men meedenken, meepraten, meedoen of soms misschien wel kunnen meebeslissen. De gemeente Lansingerland wil beter samenwerken met inwoners en de inbreng via actieve burgerparticipatie verbeteren.
Daartoe heeft de gemeente aan I&O Research opdracht gegeven een onderzoeksopzet uit te werken en vervolgens een enquête uit te voeren om er achter te komen hoe er in Lansingerland over burgerparticipatie wordt gedacht. De uitkomsten van dat onderzoek worden gebruikt om met een nieuwe Nota voor burgerparticipatie te komen.
De toekomst maken we samen
In het onderzoek zoals dat nu aan de commissie gepresenteerd wordt, begint men met te vragen naar persoonlijke ervaringen en of het überhaupt zinvol is om mee te denken met de gemeente. En uiteraard wordt gevraagd wat men vindt van de manier waarop de gemeente de inwoner betrekt bij het maken van nieuwe plannen of het uitvoeren van projecten.
Er wordt gevraagd wat de inwoner zelf kan doen om goed samen te werken met de gemeente, op welke momenten of bij welke onderwerpen men dan graag mee zou willen denken en of er behoefte is zelf ruimte te krijgen om initiatieven te ontplooien.
Wethouder Simon Fortuyn gaf - nogal ongebruikelijk - voordat de discussie in de commissie begon zijn visie. Hij zegt dat het college prioriteit aan burgerparticipatie geeft en er wordt nagedacht hoe dat op een goede manier vorm en inhoud gegeven kan worden bij de grote vraagstukken die op tafel liggen (Omgevingswet, Regionale Energie Strategie, Ruimtelijke Adaptatie Strategie) en waarin de gemeentelijke overheid en samenleving gezamenlijk (moeten) optrekken. Het gaat in ale gevallen om de directe leefomgeving van de inwoners. Omdat er volgens Fortuyn altijd tegengestelde belangen zullen zijn, wordt het een proces van oefenen, leren en bijschaven. Dan moeten de rollen van college, gemeenteraad en samenleving in dat proces vooraf wel helder zijn, want er moet wel bestuurd kunnen worden en er moeten wel besluiten genomen worden, aldus Fortuyn..
Nu wél een volgende stap zetten
Volgens Don van Doorn (Leefbaar 3B) zijn er nog wel wat verbeterslagen in burgerparticipatie te maken. Denk daarbij wat er speelt rondom Driehoek Noordpolder, locatie Maalderij Treurniet, het Sportaccommodatieplan en de besteding van de Eneco-gelden. “Er was de intentie om het goed te doen, maar in de uitvoering lieten college en gemeenteraad het afweten.” Nathalie van Bakel (VVD) roept de inwoner vooral op om actief mee te doen onder het motto ‘Inwoner laat van u horen!’ Frans Ammerlaan (CDA) vraagt zich af hoe de burger het gevoel moet krijgen dat er echt naar hem/haar geluisterd wordt. Na een oprecht ‘mea culpa’ kan de relatie met de burger pas weer opgebouwd worden. Hij wil de soms ambtelijke tekst in de voorgestelde vragenlijst wat eenvoudiger en toegankelijker maken. Dianne van Heusen (WIJ Lansingerland) wil dat alle inwoners de enquête krijgen omdat ‘je maar één keer de kans krijgt een goede nulmeting te doen.’ Ze wil uitbreiding van de demografische gegevens zodat de resultaten beter toegeschreven kunnen worden aan doelgroepen in onze samenleving. Jurjen Dieleman (ChristenUnie) stelt dat burgerparticipatie bij iedereen hoog in het vaandel staat. Hij vraagt zich wel af of burgers die helemaal niet met participatie bezig zijn wel benaderbaar zijn en voldoende enthousiast gemaakt kunnen worden aan deze enquête mee te gaan doen. Ineke den Heijer (D66) is vooral geïnteresseerd in de persoonlijke verhalen. Die zouden voor en tijdens de enquête via de media verteld moeten worden. Marko Ruijtenberg (GroenLinks) wijst op het feit dat er 5 woonkernen zijn: Berkel & Rodenrijs, Bergschenhoek, Bleiswijk, Rotte en Kruisweg. Hij wijst op de valkuil dat een enquête onder alle inwoners de verwachting van een referendum zou kunnen wekken. Petra Verhoef (PvdA) zegt dat er veel teleurgestelde inwoners zijn. Ze vraagt wat er met de verzamelde kennis die de afgelopen jaren over dit onderwerp al is verzameld eigenlijk werd/wordt gedaan. “Laten we deze keer wél de volgende stap in het proces van burgerparticipatie zetten!” Zij wil ook meer de verhalen in de media, maar dan van het college om te laten zien hoe belangrijk burgerparticipatie - ook voor bestuurders - is.
Naar verwachting zullen de resultaten medio september beschikbaar zijn. De enquête zal in ieder geval uitgezet worden onder het burgerpanel en via een open link. Er moet nog beslist worden of een steekproef onder 5.000 huishoudens of dat alle 24.000 huishoudens een uitnodiging om deel te nemen aan de enquête zullen krijgen.