Angelique de Wit is de nieuwe directeur van Greenport West-Holland

Lansingerland – De glastuinbouw behoort tot het DNA van Lansingerland. Met de teelt van groente, fruit en bloemen zijn de bedrijven in onze dorpen onderdeel van een toonaangevende en mondiaal belangrijke regio. Greenport West-Holland brengt ondernemers, overheden en kennisinstellingen bij elkaar om de sector te versterken en zo kwalitatief hoogwaardige producten te blijven produceren. Wij spraken hierover met de nieuwe directeur Angelique de Wit.

Freek J. Zijlstra

Stichting Greenport West-Holland (GPWH) produceert zelf geen voedsel en bloemen, maar enthousiasmeert, stimuleert en coördineert de onderlinge contacten van organisaties die zich met de tuinbouw bezighouden. Angelique de Wit is als directeur vanaf 1 februari 2024 de spin in het web van GPWH geworden. Ze is geen onbekende in het regionale ondernemersnetwerk en de glastuinbouwcluster. Zij bouwde haar eigen netwerk achtereenvolgens op in dienst van Rabobank Westland, gemeente Westland, stichting Westland Marketing, VNO-NCW West, World Horti Center en bij Achmea/Hagelunie.
Hoe veelomvattend haar functie is blijkt wel uit haar eigen formulering: “De glastuinbouwregio die het gebied van het hele Westland tot het Oostland bestrijkt, produceert niet alleen heel veel voedsel, maar vervoert dat ook allemaal. De logistieke hubs in onze regio verpakken en vervoeren al dat verse voedsel binnen 24 uur, waarmee zo’n veertig miljoen consumenten in Europa bevoorraad worden. Onze stichting ziet erop toe en draagt zorg voor de vitaliteit en duurzaamheid van de glastuinbouw, zodat het de koppositie kan behouden.”
Greenport West-Holland gaat met Angelique het tiende jaar in. Ze heeft veel respect voor wat haar voorgangers al neergezet hebben aan een uitgebreid netwerk en het verkrijgen van veel programmasubsidies. “Ik vind dat wij een krachtige regio zijn en ècht wel dé parel van de tuinbouwgebieden!”

Zuinig met ruimte en energie

Het gebruik van ruimte is ook voor de glastuinbouw in Zuid-Holland een puzzel om de stukjes goed in elkaar te laten passen. Angelique: “Die beperkte ruimte moet efficiënt verdeeld worden om steeds meer mensen te laten wonen, te werken en te recreëren. Dan moet er ook nog bovengronds ruimte gevonden worden voor het opwekken van energie met windmolens en het ondergronds vergroten van het energienetwerk. Er zijn continu conflicterende belangen in het maatschappelijke middenveld. Binnen die beperkte ruimte doet de tuinbouw er alles aan om door innovatie steeds meer te produceren met minder middelen. Dus op steeds minder grondoppervlak, met minder gebruik van fossiele energie en minder water. Het beeld is dat de tuinbouw een energie-slurper is, maar er wordt juist meer energie aan de omgeving geleverd en daardoor zijn we een onderdeel van de oplossing aan het worden. Onze sector is bijvoorbeeld actief met geothermie, met warmte-koudeopslag, en is aangesloten op warmtelinq, het gebruiken van restwarmte uit het havengebied. Samengevat, de footprint van onze tomaat is veel duurzamer dan die in Spanje geteeld wordt.”

Samenwerken

Greenport West-Holland brengt als verbinder allerlei partijen in het tuinbouwcluster bij elkaar. “Waar glastuinbouw een belangrijk onderdeel is, heeft men behalve de vervoerder ook de zaadveredelaar en de kennisinstellingen nodig om de kwaliteit van het product te verbeteren. Het is de taak van Greenport West-Holland om ontwikkelingen te signaleren en welke acties er nodig zijn om die zo breed mogelijk te kunnen implementeren. We richten ons daarbij vooral op de ‘triple helix’ - dat is de vervlochten samenwerking tussen een vijftigtal partners waaronder ondernemers, overheden en onderwijs- en kennisinstellingen - om samen te werken aan een duurzame en vitale toekomst voor het regionale tuinbouwcluster. Een belangrijk partner is voor ons de Wageningen University & Research (WUR) in Bleiswijk waaraan ook gemeente Lansingerland via het Horti Science Parc ruimtelijk en financieel een bijdrage levert. Hun resultaten gebruiken wij weer voor onze ontwikkelingsprogramma’s.”

Bio-diverse leefomgeving

De glastuinbouw omvat de teelt van voedsel en sierteelt. Staat de teelt van bloemen in de toekomst onder druk als de beperkte ruimte, energie en water nodig is voor de productie van voedsel en dreigt de bloementeelt dan te verkassen naar warme landen?
Angelique: “Wij zijn in West-Holland kampioen in het vakgebied van telen. Teelmanagers hebben veel verstand van planten, en dan maakt het niet uit of het tomatenplanten of orchideeën zijn. Het is een vak op hoog niveau waarbij niet alleen veel techniek maar ook het gevoel en verstand van zaken komt kijken. Onze organisatie staat voor ‘gezondheid en geluk’. Een groene omgeving en biodiversiteit is namelijk belangrijk voor de kwaliteit van de leefomgeving. De bloemensector heeft alle support nodig, ook en misschien wel vooral van de politiek. Er zijn nog steeds veel handen in de kas nodig en allerlei mensen rondom die sector zijn ervan afhankelijk. Het aantrekken en huisvesten van arbeidsmigranten is daarbij een terugkerend agendapunt van gemeenten en rijksoverheid.”

Kennisoverdracht

Als het over kennisoverdracht gaat betekent dat in de praktijk dat bedrijven in West-Holland gastvrijheid bieden aan buitenlandse telers om hun technieken te verbeteren, en ook dat experts uit de regio de telers in het buitenland helpen om (glas)tuinbouw in de meest brede zin op een hoger niveau te brengen.
Angelique: “De beste manier om dingen te leren is om zelf met je handen in de aarde bezig te zijn. Misschien verandert onze internationale rol wel steeds meer naar de export van kennis. Daarvoor heb je zelf wel een minimum aan areaal nodig om te kunnen experimenteren en te testen wat de minimale vereisten onder bepaalde klimatologische en voedingsomstandigheden zijn om tot een zo goed mogelijk product te komen.”
Maken we onszelf dan niet op den duur overbodig en dreigen we de koppositie te verliezen? “Daar ben ik niet zo bang voor. In Canada wordt nog steeds de grootste hoeveelheid kassen gebouwd en technisch ingericht door Nederlandse experts. De complexiteit van inregeling van de juiste temperatuur, de hoeveelheid beregening en voeding is nog steeds een vak apart. Ze kunnen elders misschien best wel goedkoop glas maken, maar het integrale plaatje wat nodig is om het plantje optimaal te laten groeien vereist jarenlange ervaring en inzicht.”

Ontwikkeling

Greenport West-Holland heeft een relatief klein programmabureau van in totaal 3,5 fte dat gevestigd is in Zoetermeer. “Onze mensen verdelen hun tijd over alle programma’s die we samen met een groot aantal programmaregisseurs en projectleiders uitvoeren. Alle partners en ondernemers dragen in tijd en financiën bij en in gezamenlijkheid worden Europese subsidies aangevraagd en verkregen. Die worden bijvoorbeeld besteed aan de ontwikkeling van circulaire glastuinbouw. Onze kracht zit met name in een gepassioneerd netwerk van mensen. Daardoor krijgen we ook fondsen vanuit deelnemende gemeenten en provincie Zuid-Holland.”
Wat betreft duurzaamheid, waarom zien we zo weinig zonnepanelen terug die verwerkt zijn in de kassen? “Er zijn tuinders die dat wel doen. De gulden regel is echter dat verlies van zonlicht gelijk staat aan de hoeveelheid productieverlies. Je gaat dus niet zo gauw glas vervangen door een zonnepaneel. Je kunt ze wel op waterbassins leggen. Wat afval betreft worden reststromen uit de tuinbouw al verwerkt in de fabricage van papier, karton en kleding. Men richt zich steeds meer op circulair verpakkingsmateriaal voor fruit en bloemen.”
Wat krijgen ondernemers voor hun bijdrage aan GPWH ervoor terug? “Men krijgt geen grotere omzet, maar we zorgen er wel voor dat men makkelijker kan innoveren of op bepaalde programma’s kan aansluiten, zoals bijvoorbeeld autonoom telen of robocrops, waarbij robotica in de tuinbouw toegepast worden. In de toekomst krijgen ondernemers steeds meer met digitalisering te maken en dan is cyberweerbaarheid belangrijk om het hacken van hun computersystemen te voorkomen. Ondernemers vragen ons ook hoe ze bij kunnen dragen aan de biodiversiteit, zodat ze zowel in hun bedrijf als in de directe omgeving maatregelen kunnen nemen, ook om de uitstraling te verbeteren.”