Week van de Jonge Mantelzorger

De rechterhand van moeder Suzanne heet Beer

Bleiswijk - In Nederland groeit een kwart van de kinderen en jongeren op met iemand die chronisch ziek is, een beperking of psychische problemen heeft of verslaafd is. Beer uit Bleiswijk is één van hen. Hij is negen jaar, zit op de basisschool en speelt hockey bij de lokale club. Zoals meer van zijn leeftijdsgenootjes dat doen.

Arie van Driel

Het verschil tussen hen en Beer is dat hij gezien zijn jonge leeftijd uitermate zelfstandig door het leven wandelt. En dat hij voor iemand van negen jaar een verantwoordelijkheidsgevoel, dat past bij de jonge mantelzorger, heeft ontwikkeld. Want dat is hij.
Speciaal voor Beer en al die andere helpende handen is er van 1 tot en met 7 juni de landelijke week van de jonge mantelzorger. Het Steunpunt Mantelzorg Lansingerland haakt in die bewustwordingsweek aan met een aantal activiteiten.
Coördinator Sabine van Bruggen: "De week is bedoeld om meer begrip en erkenning voor jonge mantelzorgers te creëren. Zowel bij informele als formele contacten in de omgeving van deze jongeren en bij hen zelf. Daarnaast verdienen zij het om in het zonnetje te worden gezet. Dat doen wij op 2 juli met een activiteit bij Outdoor Valley in Bergschenhoek. Maar ook om hen dan toch vooral voor even te ontzorgen."

Vaderfiguur

Doordat de vader van Beer door omstandigheden niet thuis kan wonen, vult zijn oudste zoon als jonge mantelzorger op zijn manier die ruim twee jaar geleden ontstane leegte min of meer in. In het gezin van moeder Suzanne en de beide jongere broers Flip (7) en Ted (3) is hij als een soort van vaderfiguur de onmisbare rechterhand van zijn moeder. Wat dat betreft is Beer ook in die zin een echte jonge mantelzorger.
Suzanne: "Toen wij er als gezin alleen voor kwamen te staan heb ik tegen de jongens gezegd: ´Ik ga niet alles alleen doen. Wij gaan het met elkaar doen´. En ik moet eerlijk zeggen, zij helpen me echt super goed. Zij zijn ook super zelfstandig. Zij dekken de tafel, ruimen die ook weer af. Smeren hun eigen brood en maken zichzelf gereed om naar school te gaan. En noem het verder maar op. Aan de andere kant moet ik ook opletten dat Beer in zijn rol van jonge mantelzorger niet zijn grenzen overschrijdt. Een sociaal en zorgzaam iemand zoals hij dat is en die gewend is om te helpen, kan daarin doorschieten. Dreigt hij eenmaal die grens over te gaan, dan is het zaak om hem af te remmen."
De hulpverlener ontzorgen, dus.

Blij

Ondanks dat zij niet meer samenwonen, is het contact met hun vader gebleven. Een paar keer in de week komt hij langs om samen met zijn drie mannen te eten of een spelletje te doen. Suzanne: "Daar wordt hun vader blij van. Maar de jongens ook."
Wanneer zijn vader er is, dan is Beer er als vanzelfsprekend voor zijn papa. Hoewel die anders is als de papa van zijn vrienden. Beer schaamt zich daar echter niet voor.
Gedwongen door de situatie thuis, verhuisde het gezin van Rotterdam naar Bleiswijk. Voor Beer was het geen beletsel om op zijn nieuwe school vol onbekende klasgenoten over de ziekte van zijn vader te vertellen. Tijdens de training van nieuwe jonge mantelzorgers bij Bikkellab leerde hij bijvoorbeeld dat er heel veel meer kinderen in dezelfde situatie als hij zitten. Dat maakte het voor hem om erover te praten en het met anderen te delen, gemakkelijker.
Beer: "Daarom wil ik het niet geheim houden. Er zijn meer kinderen met een zieke vader of moeder. Iedereen mag dat van mij weten. Daarom vertelde ik het op school. En nu vertel ik het aan de krant."