GroenLinks vraagt aandacht voor de hoeveelheid lood in bouwgrond

Lansingerland – De nieuwe gemeenteraad hoefde voor de vergadering van 12 mei jl. maar twee korte agendapunten af te vinken, namelijk de beëdiging van drie duo-raadsleden die zitting zullen nemen in de raadscommissies en het bespreken van een amendement van GroenLinks op de geactualiseerde Bodemnota en Bodemkwaliteitskaart, waarna de nota voor de komende vijf jaar kan worden vastgesteld. Het liep geheel anders.

Freek J. Zijlstra

Nadat Nathalie van Bakel (VVD), Manon van Splunter-Schneider (GroenLinks) en Selgei Gabin (GroenLinks) aan het begin van de vergadering als duo-raadslid beëdigd waren, werd er veel veel tijd besteed aan de vraag of de Bodemnota nu wel kon worden vastgesteld omdat een aantal fracties noodzakelijk geachte informatie miste over de veranderde normwaarde voor de hoeveelheid lood in de grond. Na een lange schorsing en overleg tussen de woordvoerders werd besloten in de raadsvergadering van 2 juni over een aangepast amendement te spreken en de nota dan vast te stellen.

Duidelijkheid

Bij het vaststellen van de agenda gaf Marko Ruijtenberg (GroenLinks) al aan dat hij zijn amendement op de Bodemnota en Bodemkwaliteitskaart nu niet wilde indienen en daarom verzocht hij het agendapunt door te schuiven naar de volgende raadsvergadering. Redenen hiervoor waren ‘vreemde en onbevredigende antwoorden’ op technische vragen die zijn fractie stelde over bijgestelde toelaatbare grenswaarden van de hoeveelheid lood in bodemmonsters, èn het feit dat er door antwoorden op vervolgvragen die door de fractie van de ChristenUnie werden gesteld alleen maar meer onduidelijkheden waren bijgekomen. Ruijtenberg: “Technische vragen moeten duidelijkheid bieden, zodat iedereen weet waaraan hij/zij toe is en waarover nu een besluit genomen wordt.”
Het zal inwoners niet ontgaan dat in nieuwbouwwijken de grond eerst aanmerkelijk opgehoogd wordt met grond die van elders wordt aangevoerd. Het moet volgens Ruijtenberg duidelijk zijn waar die grond vandaan komt en of de hoeveelheid lood in de grond ruimschoots onder de toegestane norm ligt. Het nemen van een gezondheidsrisico voor kleine kinderen die loodhoudende grond in hun mond krijgen is onacceptabel voor de GroenLinks-fractie. Het is daarom nú het moment om bij de vaststelling van de nota nog eens kritisch naar die grenswaarden te kijken.

Waar gaat het over?

De Bodemnota en Bodemkwaliteitskaart wordt elke vijf jaar opnieuw vastgesteld. De vorige nota had in 2020 geactualiseerd moeten worden, maar dat is naar men zegt door de coronapandemie uitgesteld. Nu ligt er een bijgestelde nota en het valt op dat de toetsingsnorm voor lood in grond van woonwijken van 210 mg/kg verhoogd wordt naar 300 mg/kg. Volgens het college van b. en w. wordt die norm in de ons omringende gemeenten gehanteerd en het is daarom in het kader van harmonisatie logisch mee te bewegen in de richting van die verhoogde norm.
Volgens de GroenLinks-fractie, die zich baseert op onderzoek van de GGD, kan een bodemverontreiniging met lood vooral voor jonge kinderen en in hun latere leven een gezondheidsrisico vormen. Op basis van wetenschappelijke gegevens wordt aannemelijk gemaakt dat de huidige grenswaarde voor lood in de bodem onvoldoende bescherming voor de gezondheid van jonge kinderen kan bieden.
Het uitgangspunt is dat gemeenten de wettelijke taak hebben de gezondheidsrisico’s van omgevingsfactoren te wegen en zo mogelijk te beperken tot een aanvaardbaar en veilig niveau. Daarom adviseert de GGD om de blootstelling aan lood bij kinderen zo laag mogelijk te houden. Volgens de GroenLinks-fractie past een verhoging van de grenswaarde voor lood van 210 mg/kilo naar 300 mg/kilo niet in dat beleid.
Kleine kinderen kunnen lood in de bodem vooral binnenkrijgen via hand-mondcontact tijdens het spelen. Lood heeft vooral een nadelig effect op de neurologische ontwikkeling van een kind, afhankelijk van de hoeveelheid dat een kind binnenkrijgt. Een toename van 40% bij een niet lineaire dosis-effect relatie kan tot ongewenste situaties leiden. In het lichaam opgenomen lood wordt langdurig opgeslagen in de botten en kan door een halfwaardetijd van ongeveer 20 jaar (dat is de tijd die een stof erover doet om afgebroken te worden en het lichaam te verlaten) daardoor tientallen jaren aanwezig blijven. In het bloed afgegeven lood kan vervolgens tot beschadiging van de hersenen en nieren leiden.
De GroenLinks-fractie juicht het toe dat de gemeente inwoners aanmoedigt hun tuin te vergroenen, maar dan moet wel duidelijk zijn dat de grond rondom de woning voldoet aan de daaraan gestelde normen. De gemeente kan nu nog invloed uitoefenen op de kindveiligheid van toekomstige tuinen.

Politieke afwegingen

Volgens Arjen Hofman (ChristenUnie) gaat het er nu om of er voor de gezondheid van kinderen wordt gekozen òf voor een gemakkelijke praktische toepassing van de regelgeving. Hij wil echter in de regio geen uitzonderingspositie innemen (“Lansingerland moet geen Gallisch dorp worden”). Frans Ammerlaan (CDA) wil eerst meer informatie en steunt daarom het voorstel van GroenLinks tot uitstel van besluitvorming. Ivo de Graaf (VVD) denkt dat we met een gerust hart kunnen zeggen dat de grond hier veilig is omdat men zich toch aan de normen houdt. Jan Jumelet (WIJ Lansingerland) vindt het echter terecht dat kritisch gekeken wordt wat er in onze bodem zit voordat er woningen op gebouwd gaan worden. Voor Petra Verhoef (PvdA) is het vooral belangrijk dat de bouw van woningen geen vertraging oploopt.
Hoewel demissionair wethouder Kathy Arends beaamt dat actualisatie van de nota twee jaar vertraging opgelopen heeft, wil ze de nota nu wel zo snel mogelijk vaststellen om te voorkomen dat de grond voor elk afzonderlijk project getest moet worden, dit een kostbare aangelegenheid wordt en bouwprojecten vertraging oplopen. Uit het antwoord op de vraag van Jan Jumelet blijkt dat het testen van grond nu niet standaard gebeurt omdat men ‘weet waar de grond vandaan komt en ervan uitgaat dat die aan de norm voldoet’.
De behandeling van de Bodemnota en Bodemkwaliteitskaart komt terug in de raad van 2 juni a.s., ervan uitgaande dat tegen die tijd op alle vragen vertrouwenwekkende antwoorden gekomen zijn.