In deze aflevering (276) van Heden & Verleden aandacht voor de toenmalige sigarenwinkel van Jaap de Vogel, gevestigd op de hoek Noordeindseweg / Nieuwstraat in Berkel en Rodenrijs.

Wie wil reageren of ideeën heeft voor Heden & Verleden kan contact opnemen met de redactie: tel. 010 - 5118892 (keuze 2) of redactie@de-heraut.nl.

Door John Hofman

Sigarenmagazijn Jaap de Vogel, gezelligheid en altijd tijd voor een praatje

Berkel en Rodenrijs - Waar vind je tegenwoordig nog een echte sigarenwinkel? Het aantal rokers is drastisch afgenomen en meestal ben je afhankelijk van een supermarkt of winkels als Primera om je pakje shag of doos sigaren te kunnen kopen. Op de hoek Noordeindseweg / Nieuwstraat zat een aantal jaren geleden nog zo'n ouderwetse sigarenzaak. Wie heeft Jaap de Vogel niet gekend? Hij overleed op 24 oktober 2013, maar velen zullen hem nog niet vergeten zijn.

Als we teruggaan in de tijd dan zien we dat dit een winkel was die van vader op zoon is gegaan. Een echt familiebedrijf dus. Het pand staat er nog steeds en nu kan men daar wol, garen en andere fournituren kopen. 'Bij Henny' , zoals op de etalageruit staat.
Het begon allemaal in 1896 met opa Jacob de Vogel, waarna zoon Gerrit de winkel overnam en die op zijn beurt de winkel weer overdroeg aan Jaap de Vogel. Deze drie mannen hebben er totaal, van vader op zoon, zo'n 105 jaren achtereen hun brood kunnen verdienen. Hoofdzakelijk met de verkoop van tabak en sigaretten. Zoals gezegd was Jaap de laatste eigenaar, daarbij al die jaren geholpen door zijn echtgenote Lenie die nog steeds in Berkel en Rodenrijs woont, zij het niet meer in het pand zelf want dat heeft zij verkocht. We gaan nog even terug naar het jaar 1896 toen grootvader Jacobus de Vogel aan de 'A25', dat is waar nu de Laan van Romen begint, in een oude boerderij met de verkoop van tabak begon, naast het pand van toen bakkerij Van Velzen. Daarvóór was hij als rietdekker werkzaam, maar door een ongelukkige val op het ijs, waarbij hij in het prikkeldraad terecht kwam, kon hij dit beroep niet langer uitoefenen. Er moest echter wel brood op de plank komen, dus ging hij, al liep hij mank na het ongeluk, de boer op met sigaren, pruimtabak en shag. Dat deed hij allemaal lopend. Later, toen het steeds beter ging, schafte hij een hondenkar met een herdershond aan. Dat was heel gewoon in die jaren. Zo kon opa de Vogel meer klanten bezoeken en dat zorgde voor meer inkomsten. Hij kon dan ook na enige tijd overgaan tot het aanschaffen van een paard en wagen. In 1913 kocht hij van schoenmaker Bos het pand op de hoek Noordeindseweg / Nieuwstraat. Het duurde niet lang of er kwam een telefoontoestel in de winkel. Het verhaal gaat dat als zijn vrouw, oma De Vogel, de telefoon opnam, zij eerst haar schort afdeed en in de spiegel keek of d'r haar goed zat. Daarna nam ze pas op. Klanten konden ook gebruikmaken van de telefoon, uiteraard tegen betaling.

Bewuste keuze

De vader van Jaap, Gerrit de Vogel, nam op een gegeven moment de winkel over en ging naast de tabakswaren ook koffie en thee verkopen. Ook hij ging nog langs de deur met zijn rookwaren en verkocht deze tevens aan kruidenierswinkels die een tabaksvergunning hadden. Sigaretten e.d. moesten door vader Gerrit contant worden betaald. Bode Mostert uit Berkel en Rodenrijs bezorgde de tabaksartikelen overdag en 's avonds ging Gerrit hem betalen. Hij betaalde op zijn beurt weer aan Van Gend & Loos, een bekend expeditiebedrijf in die jaren. Op 9 juli 1965 overleed vader Gerrit en nam zoon Jaap de zaak over. Hij was toen 24 jaar en nog maar twee maanden met Lenie getrouwd. Met het door hem behaalde Mulo-A diploma verkreeg hij tevens het middenstandsdiploma. Hij koos er bewust voor om de zaak voort te zetten, mede omdat hij de oudste in het gezin was. In die tijd was dat heel gewoon dat je je vader opvolgde. De groothandel die vader in Loosduinen had, moest echter worden afgestoten.
In de jaren zestig rookte nagenoeg iedereen. Je telde niet mee als je niet rookte. De meeste mannen gingen al vanaf hun twaalfde jaar werken. Jaap kreeg als jongen een paar dubbeltjes zakgeld per week plus een pakje shag. De dames rookten toen nog niet op straat. Dat paste niet. Als je sigaren rookte was je, zoals dat werd genoemd, 'van stand'. Pijproken was al heel lang in. Op oude foto's van vroeger zien we hoofdzakelijk mannen met of een pet of een hoed op en een pijp in de mond. Ook Jaap is nog vijf jaar met tabakswaren lang de deur gegaan, terwijl zijn vrouw de winkel runde. Toen hij daarmee stopte richtte hij zich weer op de groothandel, waar vader al mee bezig was geweest. Zijn klanten waren kruideniers, café's, sportkantines en restaurants. Hij kon er met vrouw en kinderen goed van leven, al was het wel aanpoten. Hard werken was hem niet vreemd. Zo was de winkel vanaf 08.00 tot 19.00 uur open om mensen die tot zes uur 's avonds werkten, gelegenheid te geven om nog sigaretten te kunnen kopen. Het echtpaar woonde achter de winkel. In een vitrine die in de huiskamer stond, werd later, toen ze eenmaal waren gestopt, een 'klein museum' ingericht met artikelen van soms jaren geleden zoals oude pijpen en tabaksdozen en pakjes shag met daarop een prijs van fl 0,20 (in oorlogstijd de inlandse tabak van tabaksfabriek Dobbelman uit Waddinxveen). Nu wordt er zonder problemen € 7,- voor een pakje shag neergeteld. In guldens nog altijd zo'n fl 12,60.

Andere artikelen

Het bleef echter niet bij enkel tabakswaren, koffie en thee. Vanaf 1973 ging Jaap ook horloges verkopen. Op een dag kwam er een vertegenwoordiger met een aantal Timex horloges de winkel binnen en zei: "Probeer deze maar eens.te verkopen. Dat gaat vast en zeker goed lopen". Binnen 14 dagen was Jaap alle horloges kwijt. Ze waren een stuk goedkoper dan die bij de juwelier en dus binnen het bereik van mensen met een smalle portemonnee. Het waren opwindbare horloges en die gingen niet snel kapot. Horloges met een batterij kwamen pas later. Jaap was heel handig en verving zelf de batterijen voor zijn klanten. Hij heeft er wel honderden vervangen. Op een keer ging dat mis en drukte hij het glas per ongeluk kapot van een horloge dat 500 gulden had gekost. Gelukkig dekte de verzekering de schade. Enige tijd verkocht hij zelfs gouden aanstekers, maar bang dat de etalageruit zou worden ingegooid, stopte hij daar al snel mee. Toen eenmaal de lotenverkoop er aan kwam, pakte hij dat ook op. Met de Lotto kon men leuke prijzen winnen. Hij leverde ze onder meer aan de toenmalige opperwachtmeester Opdam, die ze op zijn beurt weer voor Tafeltennisvereniging T.O.G.B. door verkocht. Het clubgebouw, Den Opper geheten, wat nu op sportpark Het Hoge Land staat hebben ze in feite aan Opdam te danken. Na de Lotto kwamen de Krasloten. De lotenverkoop zorgde weer voor nieuwe tabaksklanten. "Er heeft nog eens iemand 100.000 gulden gewonnen ", weet mevrouw De Vogel te vertellen. In de winkel hoorden ze regelmatig allerlei leuke en minder leuke verhalen want de klanten vertelden veel over hun privéleven. Soms voelde het echtpaar zich soort maatschappelijk werkers. Ze kenden nagenoeg iedere klant. Als Jaap een keer een naam niet goed wist, zei hij tegen zijn vrouw: "Mijnheer Miss Blanche was vanmorgen in de winkel, vernoemd naar een toen bekend sigarettenmerk en dan wist zij genoeg. Klanten betrokken hen ook bij ziektes in de familie en dan kon Jaap bijvoorbeeld vragen hoe 'het met de vrouw ging'. Uit het huwelijk werden twee kinderen geboren, dus kon Lenie tijdens de zwangerschap even niet iedere dag in de winkel helpen.

Diefstal

Jaap zat ook elke week een uurtje in het toenmalige bejaardentehuis Hergerborch. Daar verkocht hij hoofdzakelijk sigaren en pijptabak. Tevens vulde hij de sigarettenautomaten bij de horeca in Berkel en Rodenrijs en omgeving. Gelukkig heeft het echtpaar nooit een overval meegemaakt in de winkel. Wel werden soms aanstekers gestolen. Dan moest Jaap naar het magazijn om iets te pakken wat niet in de winkel voorradig lag en dan pikten ze de aanstekers. Zelfs werd er een keer voor 1800 gulden aan strippenkaarten, die hij ook verkocht, uit de kassalade gestolen. Dat was ook een moment dat mevrouw De Vogel met een smoes naar het magazijn werd gestuurd. Tevens werd de sigarettenautomaat die aan de buitenmuur van de winkel hing, enkele keren ingeslagen en leeggehaald. Op een gegeven moment heeft Jaap deze verwijderd. Het definitief stoppen met de winkel, daar moet je naar toe leven want dat doe je niet ineens. Nooit eens een daagje vrij, altijd maar werken, en er was geen tijd voor hobby's. Dat word je op den duur zat. In 2001 ging de winkel dan ook definitief dicht en werd deze betrokken bij het woonhuis. Sigarenmagazijn De Vogel waar iedereen gedurende 105 jaren welkom was, is er al lang niet meer. Een echte, gezellige dorpswinkel met altijd tijd voor een praatje. Het is geschiedenis geworden, maar de herinnering blijft.