Een opvallende titel, vindt u niet? Hij is afkomstig van een boek dat ik deze zomer las, en de auteur van dat boek (Willem Schoonen) heeft hem weer van de Amerikaanse filosoof Alva Noë. Wat leeservaringen:
In het boek gaat de auteur in op allerlei vormen van wetenschap. Hij legt zijn oor te luisteren bij onder meer hersenonderzoekers en kosmologen, en brengt in kaart waar deze wetenschappers hun tanden op stuk bijten. Steeds weer blijkt dat de werkelijkheid toch nog net even iets gecompliceerder in elkaar zit dan verwacht. Er blijken grenzen aan wetenschappelijke kennis te zitten. Wij kunnen niet alles weten. In al ons weten is altijd een niet-weten, een mysterie meegegeven. En dat mysterie zal niet verdwijnen door meer te gaan weten; het zal er altijd zijn.
In de hersenwetenschap klinken soms stevige uitspraken. ‘De vrije wil bestaat niet, ziel en geest evenmin, en bewustzijn is maar een bijproduct van hersenactiviteit.’ ‘Wij zijn ons brein’, zo stelt de bekende Dick Swaab, en niet meer dan dat. Maar, zo laat de Schoonen zien, deze hersenwetenschappers gaan wel wat te snel. Als zij vertellen over de processen in het brein, dan hebben ze (in dit geval Lamme) het over: de linkerhersenhelft weet, hij moet raden, en hij kan praten. En wat gaat hier mis? nou, een klok weet niet hoe laat het is (een klok kan namelijk niet weten!). En dat geldt ook voor een hersenhelft: een hersenhelft kan niet weten, en ook niet raden en praten. Een hersenhelft is namelijk geen persoon, maar een deel van de mens. De vrije wil, zo luidt de conclusie van hoofdstuk 2, blijft een mysterie, wat deze hersenwetenschappers ook beweren.
In het hoofdstuk over de moderne kosmologie, gaat Schoonen in op de onwaarschijnlijke fijngevoelige afstelling van het universum – ook een groot mysterie. Er komen in de natuurwetten tientallen (!) constanten voor. Als ook maar een van die constanten, tot ver achter de komma, een iets andere waarde zou hebben, was deze (onze!) werkelijkheid niet mogelijk. Dan zou dit alles niet kunnen bestaan. ‘Het is alsof het universum moet hebben geweten dat we zouden komen’, zo stelt de natuurkundige Dyson. Of, denk ik dan, dat iemand, een Schepper, heeft gewild dat wij zouden komen.
Het is weer eens goed om te lezen hoeveel wij mensen weten, en ook om weer eens te beseffen dat we op de wetenschappelijke manier lang niet alles te weten komen. Er zijn andere bronnen van kennis. De liefde bijvoorbeeld, misschien wel het grootste, goddelijke mysterie bij uitstek.

Ds. Aaldert Gooijer
Dominee Dorpskerk Berkel en Rodenrijs

N.a.v. Willem Schoonen, Een klok weet niet hoe laat het is, Balans 2018.