Interview met twee bewoners Hergerborch:

“We hopen op een ‘nieuw’ en veilig leven in Nederland”

Berkel en Rodenrijs - Ze wonen inmiddels al weer enige tijd in Nederland en in Berkel en Rodenrijs, maar hoe gaat het met de bewoners, gewezen vluchtelingen, in de woonlocatie Hergerborch? In een interview met twee van hen, afkomstig uit respectievelijk Irak en Iran, zeggen beiden hier op een 'nieuw’ leven te hopen. Ze weten nu al dat ze nooit meer naar hun geboorteland terug zullen gaan.

John Hofman

Haitam Benyaf (23) kwam april 2020 in Nederland aan waar hij werd opgevangen in het AZC in Ter Apel, de plek waar de meeste vluchtelingen eerst naar toe gaan. Na slechts drie dagen werd hij al overgebracht naar een ander AZC en volgden er daarna nog zo’n vijf andere locaties voordat hij in mei 2021 in Hergerborch terecht kon. Hij was inmiddels statushouder geworden en mag dus in Nederland blijven. In Irak, waar hij met zijn vijf broers en vier zussen plus hun ouders woonde, werd de woning van het gezin in 2014 platgebombardeerd en moest het gezin naar Koerdistan/Irak vluchten. Niet alleen vluchten omdat ze dakloos waren geworden, maar mede omdat ze als niet-moslim werden vervolgd. “Wij erkennen het Jezidi als onze godsdienst. Ook ik ben geen moslim”, vertelt hij. Jezidi’s, ook wel aangeduid als Yazidi, zijn een religieuze en etnische, Koerdische minderheid, die met name in het noorden van Irak leeft. Zij hebben hun eigen monotheïstische geloof en zijn dus geen moslims. Jezda is Koerdisch voor ‘God’. Jezidi betekent letterlijk: volk van God.
Het hele gezin woont al vanaf 2014 in een tentenkamp waar ze enkele uren per dag elektriciteit hebben en ook niet altijd water. Zijn broers proberen iedere dag een werkklus te krijgen om het gezin in het levensonderhoud te voorzien. “Het verschilt per dag: vaak verdienen ze slechts tien euro en als uitzondering soms twintig euro per dag met elkaar.”
Zijn ouders zijn ziekelijk: vader heeft zwaar diabetes en moeder vernauwde bloedvaten. “Ik heb inmiddels alles in het werk gesteld om hen naar Nederland te halen, maar dat is nog steeds niet gelukt”, aldus Haitam. Dat hij ze mist, is vanzelfsprekend. “Ze bellen regelmatig via het internet naar mij. Dat is vanuit Irak veel goedkoper dan dat ik ze bel.” Zelf heeft hij in Irak vanaf zijn 14e hard moeten werken. Vaak als heftruckchauffeur. Nederland vindt hij een fantastisch land met heel aardige mensen. “Ze zeggen je hier gedag als je iemand tegenkomt. Ik voel mij hier veilig en wil hier mijn toekomst opbouwen.”
Na zijn inburgeringscursus heeft hij nu niveau 1 bereikt. “Ik wil graag kapper worden, maar ik moet het vak eerst goed onder de knie krijgen.” Natuurlijk heeft hij wensen voor de toekomst: “Uiteindelijk is het mijn wens hier een gezin te stichten, maar dan moet ik eerst de liefde van mijn leven tegenkomen en zorgen dat ik werk heb”. Hoewel hij al redelijk goed Nederlands spreekt, moet hij dit nog wat bijschaven. Maar Haitam geeft de moed niet op en zal er alles aan doen om hier gelukkig te worden, al zal het gemis van zijn familie nooit uit zijn leven verdwijnen.

De heimwee blijft

Abdul Jalin (58) zit op zijn kamer als we hem opzoeken. Afkomstig uit Iran, kwam hij in 2018 naar Nederland en ook hij woonde in verschillende AZC’s voordat hij, inmiddels als statushouder, in januari 2022 naar Berkel en Rodenrijs kwam. Hij had zich al enigszins voorbereid door zich de Nederlandse taal eigen te maken via de computer én met hulp van een aardige vrijwilligster in het AZC in Middelburg.
Abdul was in Iran ZZP’er. “Ik had een loodgietersbedrijfje met zes werknemers”, vertelt hij trots. Omdat hij op politiek gebied heel anders dacht dan menige landgenoot, moest hij op een gegeven moment vluchten om aan een lange gevangenisstraf te ontkomen. Inmiddels was hij, na vijf jaar huwelijk, gescheiden van zijn echtgenote. Abdul heeft geen kinderen. Hij koos er bewust voor naar Nederland te gaan. “Je kunt hier nog spreken van een democratisch land. De basisrechten zijn volgens mij beter dan in menig ander Europees land. De natuur is hier prachtig en ik ontmoet alleen maar aardige mensen.”
Het gevoel gediscrimineerd te worden heeft hij nog geen moment gehad. “Ik kan niet zeggen dat ik mij hier thuis voel, want Iran is en blijft mijn thuisland. Ik mis mijn familie heel erg en heb zelfs heimwee naar ze, maar ik kan niet terug. Mijn moeder leeft nog en ik heb nog twee zussen in Iran wonen; zij hebben een eigen gezin. Als jongen van zes jaar verloor ik mijn vader op zee. Hij voer op een houten vrachtschip regelmatig naar onder meer Dubai, met als lading fruit en een andere keer weer geiten. Volgens berichten is het schip, 52 jaar geleden, in een storm vergaan en er is geen enkel bemanningslid ooit teruggevonden. Het verhaal gaat echter ook, dat ze misschien wel gevangen genomen zijn. In ieder geval heeft niemand de bemanning noch het schip ooit teruggezien”.
Abdul heeft, hoewel hij toch al zijn leeftijd wat tegen heeft, nog steeds toekomstplannen. Op zich is hij een goede loodgieter én een goede fietsenmaker, dus wie weet wat de toekomst hem nog zal brengen. Ook hij spreekt al redelijk Nederlands en volgt nog steeds een opleiding op het Albeda College in Rotterdam. “We hebben nu vakantie.” Hij heeft goed contact met twee Iraanse vrienden in Rotterdam. “Ik heb tot nu toe alleen maar goede ervaringen in Nederland opgedaan. Nederlanders zijn bereid je te helpen om hier iets op te bouwen.” Ook Abdul heeft via het internet contact met zijn familie, maar de heimwee blijft!