Het Oude Testament krankjorum?

‘Het Oude Testament is totaal krankjorum,’ zo stelde het jurylid van ‘De slimste mens’, Maarten van Rossem, onlangs. ‘Nou, vreemd is het Oude Testament in elk geval wel,’ dacht ik. ‘Net zo vreemd als het leven zelf, of misschien nog wel vreemder. Maar juist daarom de moeite van het bestuderen waard.’ Laat ik dat proberen uit te leggen. Het Oude Testament gaat over het leven. Zoals het leven kent het Oude Testament gewelddadige kanten – dat valt niet te ontkennen. Maar dat is maar één kant van het verhaal. Lees eens het verhaal van Jozef. Het gaat over een vader die een van zijn kinderen voortrekt, met alle gevolgen van dien: jaloezie, een poging tot broedermoord, de verkoop van die broer en tot slot de redding van de hele familie. Of het verhaal van koningin Esther, die als miss Perzië haar volk redt en ons attendeert op het permanente gevaar van antisemitisme. Als je iets wilt lezen over erotische liefde, dan kan je in het boek Hooglied terecht en worstel je met de vraag naar het lijden, dan ligt het magnifieke bijbelboek Job voor je klaar. Sta je pessimistisch in het leven en vraag je je regelmatig af wat de zin van het bestaan is, dan vind je waarschijnlijk herkenning in Prediker. Je vindt er daarnaast prachtige poëzie (b.v. de psalmen) en grappige en wijze Spreuken. En zeker de spannende boeken over de historie van Israël moeten de historicus Van Rossem toch aanspreken. Ja, vreemde kanten heeft het Oude Testament zeker ook. We ontmoeten daar een sprekende slang en een sprekende ezel. Maar, kom op, dat kunnen we toch wel hebben? Sprekende ezels zijn er genoeg op de wereld, daar kan de ezel van Bileam toch wel bij? Echt vreemd wordt het Oude Testament op een ander moment. Namelijk als de schapenherder Mozes, met zijn vieze sandalen aan en met zijn staf in de hand, naar de koning van Egypte gaat; naar de Farao, de machtigste man van de wereld, die als zoon van god regeerde over het land. In dat paleis vol pracht en praal spreekt Mozes namens God de revolutionaire woorden: ‘laat mijn volk gaan!’ Mozes spreekt hier namens een God die blijkbaar zomaar kiest voor een slavenvolk. Voor de underdog dus. En juist dat blijkt de rode lijn door het Oude Testament te zijn. Gods roep om gerechtigheid (het recht der armen) klinkt in elk bijbelboek. Weduwen, wezen en vreemdelingen moeten goed behandeld worden en wee de leiders die voor eigen gewin en gemak gaan. Gods bewogenheid met mens en dier spat er soms echt vanaf. En dan zeggen dat het bedacht is? Zoiets verzin je niet! Dus, krankjorum? Nou, in elk geval net zo vreemd als het leven. En nog vreemder eigenlijk. Gelukkig wel.

Ds. Aaldert Gooijer
Dorpskerk Berkel en Rodenrijs