In deze aflevering (242) van Heden & Verleden de tweede aflevering van de oorlogsherinneringen van John Hofstee. Vorige week plaatsten we het eerste deel. De Heraut bedankt John Hofstee voor het delen van zijn herinneringen met de lezers van onze krant.

Wie wil reageren of ideeën heeft voor Heden & Verleden kan contact opnemen met de redactie: tel. 010 - 5118892 (keuze 2) of redactie@de-heraut.nl.

Door John Hofman

Oorlogsherinneringen van John Hofstee (slot)

Dit jaar herdenken wij dat Nederland 75 jaar geleden werd bevrijd. Er kwam op 5 mei 1945 een eind aan de Tweede Wereldoorlog. Ondanks het verdrietige feit dat een feestelijke viering van 75 bevrijding vanwege de coronacrisis niet mogelijk is, besteedt De Heraut deze weken aandacht aan de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal kan immers niet vaak genoeg verteld worden. Deze week het tweede deel van het verhaal van oud-Berkelaar John Hofstee (85).

Jan (John in Canada) Hofstee werd in 1935 geboren in Berkel en Rodenrijs, zoon van Jacob Hofstee en Sjaan Spiering. Hij woonde vroeger in de Vogelaarstraat. In 1951 is hij geëmigreerd naar Canada. Zijn vader reed als bodedienst op Rotterdam en Delft en bracht vracht vanuit Berkel door het hele land.
Vorige week vertelde John over de inval en zijn beleving van de jaren die daarop volgden. Hij begint het tweede deel op Paaszondag 9 april 1944.

"Die zondag hadden we een huis vol met visite. Mijn vader was jarig. De jeugd speelde buiten want het was mooi weer. Wij hoorden het gedreun van zware motoren en er kwam viermotorige geallieerde bommenwerpers over. Het Duitse afweergeschut begon te schieten op de vliegtuigen. Al gauw zagen we dat een van de bommenwerpers geraakt was, want er kwam rook uit. Een aantal bemanningsleden sprong uit het vliegtuig en even later gingen parachutes open. Maar een van hen was niet zo gelukkig; zijn parachute opende zich niet en ik zag hem als een sigaar naar beneden komen. Uiteindelijk kwam het toestel achter in het Noordeinde neer. Toen de bommenwerper slechts een paar meter boven de grond was sprong de staartschutter, staff-sergeant Richard Olaf Fagstad, er uit, maar hij heeft het niet overleefd. De Duitsers waren er niet snel genoeg bij; de mannen van de ondergrondse wel. Ik herinner me dat ik bemanningsleden in hun oranje overalls achter op een fiets zag zitten."

Geen brandstof

In de nazomer van 1944 werd de situatie rond brandstof en voedsel steeds nijpender. Er waren geen kolen meer te verkrijgen en er was ook geen gas beschikbaar waar mijn vader’s auto op reed. Op de radio hoorde we de waarschuwing, dat iedere vrachtwagen en elke trein beschoten zou worden, dus zette mijn vader de vrachtwagen in de garage en ging hij tijdelijk bij een tuinder werken. Op een middag zagen we geallieerde jachtvliegtuigen een trein op de spoorlijn bij Zoetermeer beschieten. Een andere keer werd er een bom geworpen op de spoorlijn langs de Klapwijkseweg, halverwege Pijnacker. Zulke gebeurtenissen in het najaar van 1944 staan mij nog bij. Het werd duidelijk dat er een tekort aan voedsel was en dat er honger zou worden geleden.

Onderwaterzetting

In datzelfde najaar van 1944 zetten de Duitsers grote stukken land onder water. Deze onderwaterzetting of inundatie zou moeten voorkomen, dat er zweefvliegtuigen konden landen. Er werden zelfs palen in de weilanden gezet om landingen te voorkomen. Rondom Berkel en Rodenrijs, zoals in Bergschenhoek, kwamen verschillende polders onder water te staan.
Gedurende de hele oorlog hielden de Duitsers 'razzia's'. Mijn vader was thuis. Toen de razzia begon vluchtte hij snel de achterdeur uit, naar het huis van mijn grootouders waar hij zich in de ruimte onder het huis verborg. Op een dag speelden wij kinderen achter het huis. We hoorden het geronk van zware bommenwerpers maar we zagen niks. Opeens kwam er een stel geallieerde vliegtuigen heel laag over de huizen aan de Noordeindseweg. Wij konden de piloot in de koepel van de bommenwerper zien zitten en zwaaiden naar hem. Hij zwaaide terug! Bij de Westersingel daalden de vliegtuigen boven het weiland nog verder. Opeens zagen we grote pakketten vallen. Iedereen holde naar het weiland om te zien wat het was. Zakken en blikken, “flour”, “butter” en “biscuits”. Die levensmiddelen waren uiteraard zeer welkom.

5 mei 1945

Ik ging op een dag met mijn vader naar de garage aan de Noordeindseweg waar de vrachtwagen stond. Vader ging aan het werk om de carburateur weer terug te zetten zodat de wagen weer op benzine kon rijden. Terwijl hij daar mee bezig was, hoorden we schieten achter de huizen. We zagen een colonne Duitse wagens op de weg die naar Bergschenhoek leidde. Soldaten schoten op een patrouille van de Binnenlandse Strijdkrachten. Blijkbaar wisten deze Duitsers niet dat de oorlog voorbij was. Vader moest levensmiddelen ophalen vanuit plaatsen waar de vliegtuigen ze uitwierpen en die dan naar Berkel brengen. Onze vrachtauto werd volgeladen met meel en dergelijke, dat we naar de bakkers in Berkel brachten.

Dit waren zo maar enkele herinneringen over de oorlog die bij mij boven kwamen. Ik kan mij niet meer alles exact herinneren, maar er is wel veel ‘blijven hangen’. Als oud-Berkelnaar vond ik het, mede omdat dit jaar in Nederland 75 jaar Bevrijding wordt gevierd, leuk om dit met u, inwoners van inmiddels Lansingerland, te mogen delen, met een hartelijke groet vanuit Canada.
Ook hier in Canada hebben we inmiddels te maken met het coronavirus, maar ik ben tot nu toe, gezien mijn leeftijd, nog redelijk goed gezond. Ik wens u het allerbeste toe en blijf hopelijk gezond!", besluit John Hofstee.

NB: met dank aan Leo Bolleboom voor het ter beschikking stellen van de foto's op deze pagina (m.u.v. de foto van John in de schoolbank die uit het fotoboek van John komt).