"Moet je eens kijken hoe afgrijselijk die belettering is", zei mijn buurman op het schoolplein, terwijl we op onze kinderen stonden te wachten. "Was me al eerder opgevallen", antwoordde ik. "Degene die dat gedaan heeft, heeft er geen sjoege van", antwoordde hij.
"Zelfs een leek kan zien dat die ‘C’ van Centrum onder die ‘B’ van Berkel en de ‘E’ van Berkel onder die ‘E’ van Centrum met elkaar ruzie hebben." "En dan het woord ‘West’, dat achter de geparkeerde auto’s schuil gaat en daardoor volledig onleesbaar is." "En waarvan de letters zo groot zijn opgeblazen, alleen maar om binnen dat virtuele vierkant te passen", vulde mijn buurman aan.
"Er zijn een paar hele goeden in dit land die het veel beter gedaan zouden hebben."
"Daar hangt dan wel een prijskaartje aan", antwoordde mijn buurman, "want grafische vormgevers zijn heel erg duur!"
"Heb je een idee hoe het beter kan? Dan zouden kunnen we het bij de gemeente kunnen indienen."
"We zouden het ook in de lokale krant kunnen zetten", antwoordde ik.
"Ik weet alleen niet of de gemeente dat op prijs zou stellen. Of degene die dit gemaakt heeft."
"Je zou de gemeente er wel op kunnen wijzen en misschien een paar namen noemen."
"Maar wat klopt er dan niet aan?"
"Wat er niet goed aan is, is de lettergrootte, de spatiëring en vooral de plaatsing van de drie woorden binnen één blok. De letters hadden wellicht zelfs kleur mogen hebben om aan die saaie gevel wat karakter te geven."
"Hoe zou jij het doen?"
"Ik zou zelf de drie woorden ‘Berkel, Centrum en West’ ten opzichte van elkaar verschoven hebben, waardoor het direct al beter wordt. Bovendien zou ik de letters misschien wel goud willen maken, waardoor het geheel veel prettiger oogt."
De kinderen kwamen de school uitgerend en de twee gesprekspartners volgden ieder hun eigen weg.

Elmer Koene
Berkel en Rodenrijs