Het geheim van een lang en gelukkig huwelijk: water en wijn

Echtpaar Leen en Wil van der Plas-Zuurmond 70 jaar getrouwd

Bleiswijk - Zeventig jaar van zorg en trouw, verpakt in een spontaan kusje vol wederzijdse genegenheid. Voor Leen van der Plas (93) en Wil Zuurmond (93) voelde dat na zeven decennia huwelijk nog altijd aan als hun eerste verkeringszoentje op 1 september 1947. Zaterdag 13 mei was het echtpaar zeventig jaar getrouwd. De bestanddelen van hun geheim om zolang samen te blijven: water en wijn.

Arie van Driel

Leen: "Maar die wijn is nu niet meer te drinken. Daar hebben wij in al die jaren zoveel water bijgedaan." De parallel lopende glimlach verraadt dat hij maar een grapje maakte. Wil: "Het belangrijkste is dat je elkaar accepteert zoals je bent. En dat je elkaar ook de ruimte geeft. In elk huwelijk gebeurt altijd wel iets. Ook in dat van ons kwam dat voor. Dan praatten wij erover en sloegen vervolgens de bladzijde om."
Op maandag 1 september 1947 ontmoetten Leen en Wil elkaar op de boulevard van Scheveningen. Tijdens het vuurwerk op Koninginnedag. Normaal vierde Nederland dat in die naoorlogse jaren op de laatste dag van augustus. Die viel toen op een zondag en was een feestje vieren taboe. Na zes jaar verkering, waarvan Leen er drie als dienstplichtig soldaat doorbracht, trouwden ze op 13 mei 1953.

Mijlpaal

Voor burgemeester Pieter van de Stadt was die welhaast zeldzame mijlpaal aanleiding om hen op vrijdag 12 mei te feliciteren, met de originele zeventig jaar oude trouwakte onder de arm. Om na een lang en gezellig samenzijn met één van de door Van der Plas geschreven historische boeken onder diezelfde arm, weer te vertrekken. "Ik leen dit boek van u. En ik breng het natuurlijk ook weer bij u terug." Het boek in kwestie: ´Een kort reisje van ruim vijf jaar´. Over de lotgevallen van een Scheveningse zeeman tijdens WO II. Die zeeman was Cornelis van der Plas, de vader van Leen. Het door Van der Plas in 2016 geschreven boek vormde als vanzelfsprekend de inleiding tot veel meer verhalen uit de periode 1940-1945. Zo was Leen op de dag van de Dodenherdenking, donderdag 4 mei, te zien in het Jeugdjournaal met zijn verhaal over zijn joodse buurmeisje Sonja en zijn stoeptegeltje ter herdenking aan haar.
Leen: "Sonja woonde met haar familie bij ons in de portiek. Zij was 13. Net als ik. Op straat speelden wij met elkaar. Ineens was ze weg. Bleken ze te zijn ondergedoken. Niet veel later werd de familie verraden en weggevoerd naar een werkkamp. Pas na de oorlog hoorde ik dat zij vrijwel meteen na aankomst daar, waren vergast. Ter nagedachtenis aan Sonja, want niemand wist nog wie zijn was, heb ik een stoepsteentje in de straat gelegd."
Dat Wil de oorlog overleefde, is op zich een wonder: "De oorlog was zes dagen oud, toen ik naar mijn zus in Rijssen ging. Daar was het veilig. Op een nacht vloog er een raket dwars door het huis van mijn zus naar een huis aan de overkant en ontplofte daar. Van het huis van mijn zus was niet veel meer over. Ik had verbrande benen. In mijn nachthemd ben ik naar het ziekenhuis gelopen." Op haar netvlies ziet Wil het nog altijd gebeuren. De raket. Hoe ze uit het brandende huis wist te ontsnappen. Over straat liep...

Klompen

Het echtpaar - drie kinderen, acht kleinkinderen en zeventien achterkleinkinderen - woont sinds twee jaar en twee maanden in woonzorgcentrum De Tuinen in Bleiswijk. Hun appartement oogt als een museum. De schilderijen en de uitgestalde knutselwerken met een Schevenings karakter zijn gemaakt door Leen. Net als het 3Dimensionale beeldje van Wil en hem. Hij wilde dat ook weleens proberen. De oorkonde die bij zijn onderscheiding als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau hoort, hangt er op een prominente plek.
Leen: "Toen wij naar Bleiswijk verhuisden, was het eerste dat ik kocht een paar klompen. Want wat moet ik zonder klompen in dat dorp? Ik heb er nooit op gelopen. Bleiswijk bleek een prachtig dorp te zijn."