In deze aflevering (339) van Heden & Verleden het tweede deel van een tweeluik over Molen De Valk. De molen siert al 250 jaar de Molenweg. Het artikel is eerder geplaatst in verenigingsblad Het Lint (uitgave HL-2022-3) van de Historische Vereniging Berkel en Rodenrijs.

Wie wil reageren of ideeën heeft voor Heden & Verleden kan contact opnemen met de redactie: tel. 010 - 5118892 (keuze 2) of redactie@de-heraut.nl.

Molen De Valk 250 jaar (2)

Berkel en Rodenrijs - Molen De Valk, gebouwd in 1772, staat dit jaar stil bij haar 250-jarig bestaan. Ook letterlijk, want er zijn problemen met de stalen roedes van het wiekenkruis. De molen is een Rijksmonument. Molen De Valk staat aan de Molenweg, in het fraaie poldergebied Rodenrijs op de grens met Pijnacker. De molen wordt nu bewoond door Marit Yska en Jorrit Hagen samen met hun zoontjes Loek en Auke.

Ondermolen De Valk aan de Molenweg deed dienst tot 1929 en bleef als laatste molen bij de Zweth over. De Molenweg heette trouwens voor 1950 Zuidersingel, daarvoor Polderweg en tot 1932 nog Combinatieweg. Na jaren van stilstand werden in 1954 het scheprad en de koningsspil van molen De Valk verwijderd, waarna de molen als woning ingericht werd.

Bewoning

De eerste bewoner werd de reder-cargadoor JRP van Hoey Smith die zowel molen De Valk als de daarachter gelegen molenstomp van de Noordmolen kocht van een sloopbedrijf uit Schiedam met als doel molen De Valk die dicht bij de openbare weg stond, te restaureren en als buitenverblijf te gebruiken. Als de heer Hoey Smith bezoek ontving wapperden aan de wieken van de molen de vlaggen van het land van herkomst der gasten.
Aanvankelijk woonde in de molenstomp mevrouw Beckering. Maar nadat de heer van Hoey Smith sr. om het leven was gebracht op zijn landgoed in Rockanje, werd bij de boedelscheiding de molenstomp in 1967 eigendom van beeldend kunstenaar Bas van Leeuwen en de molen werd gekocht door de heer Van der Heijden, een uitgever uit Amsterdam. Die verhuurde de molen vervolgens aan expats van Shell, de Engelse familie Arthur en Jenny Reed met drie kinderen en vervolgens aan Ronny, werkzaam voor een baggermaatschappij en Monica Zaidmann uit Venezuela.

Restauratie molen De Valk en ereburgerschap

Na een tijdje leeggestaan te hebben werd de molen in 1975 verkocht aan Harm Eshuis die er samen met zijn echtgenote Wija en hun twee kinderen in ging wonen. Drie jaar later kocht het paar ook het ernaast gelegen molenaarshuisje waar Wija haar praktijk als logopediste opende. Bas van Leeuwen kocht de bijgebouwen met de hooiberg en verhuisde naar het bijgebouw met zijn gezin en zijn atelier. Ze kochten deze panden van Dirk Gravesteijn; telg uit de familie die er ruim honderd jaar woonde en in dienst was van het waterschap.
Dirk moest de molen laten draaien als dat nodig was en had daarnaast wat koeien en een moestuin. Rond 1870 werd Adrianus Gravesteijn watermolenaar van De Valk; daarvoor was dat waarschijnlijk C. Treurniet, de vader van Arie en Klaas Treurniet. Inmiddels zijn zowel de molen als het molenaarshuisje en de hooiberg Rijksmonumenten.
In de periode dat Harm en Wija er woonden heeft de molen in zes fasen een grondige restauratie ondergaan. Kosten noch moeiten werden gespaard om het weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen.
Na 40 jaar van stilstand kon de molen weer draaien. Alleen niet bij westenwind in verband met een aanbouw. De waardering van hogerhand bleek met de toekenning van het ereburgerschap van de gemeente aan Harm. De familie Eshuis woonde er tot 1996. Spontaan stond er geruime tijd na de bekendmaking van het ‘te koop’ van de molen een paar aan de deur. Aad en Nelly Heijerman hadden interesse en kochten de molen in december samen met het fraai gerestaureerde naastgelegen molenaarshuisje.

Terwijl Aad zich inzette voor zijn bedrijf van fitnessapparatuur, volgde Nelly een cursus tot molenaar, zodat de molenwieken weer konden draaien. Het was Rob van Zijll, de molenaar van de Groeneveldsemolen uit Schipluiden, die haar de kneepjes van het vak leerde. “Dat laten draaien bleek nog een pittige klus die niet zomaar even was gedaan”, kijkt Nelly op haar molenaarswerk terug. “Maar ik vond het geweldig en realiseerde me na verloop van tijd ‘hier wil ik nooit meer weg’. We zorgden goed voor de molen om hem voor het nageslacht te behouden. We gingen op bezoek bij andere molenaars, maar er kwamen ook veel belangstellenden langs, bijvoorbeeld in puzzelroutes. Tevens ontvingen we schoolklassen om kinderen de werking van de molen zowel uit te leggen als te laten zien.” Het gezin Heijerman genoot er samen met hun twee kinderen van tot Aad kwam te overlijden en Nelly besloot de molen en het huisje te verkopen.
Het huisje werd door Bas van Leeuwen gekocht en in 2017 werd de familie Hagen de trotse eigenaar van de molen.

Een droom

“Het werk bracht ons hierheen,” antwoorden Jorrit en Marit lachend op de vraag hoe je het verzint om in een molen te gaan wonen. En dan volgt het verhaal van twee studenten die elkaar tijdens hun studietijd in Groningen leerden kennen. Jorrit ging vervolgens aan het werk als commercieel manager en Marit specialiseerde zich verder als uroloog en dat bracht het paar naar plaatsen als Utrecht, Ter Aar, Leiden, Zoetermeer, Breda, Rotterdam en zelfs Curaçao als woonbestemming. “Maar nu we een gezin met jonge kinderen hebben, gingen we op zoek naar een vaste plek en een vaste werkkring. Tijdens het zoeken naar een woning op Funda kwam molen De Valk langs. Op de eerste verjaardag van onze zoon zijn we gaan kijken en we werden meteen verliefd. Op de molen, de omgeving, het bijzondere van deze plek! Een plek vol uitdagingen en daar houden we wel van. Het werd een feestje voor ons gezin om er te gaan wonen. We leven met de seizoenen, zonder grote stadsproblematiek. We willen er zuinig op zijn en doen er alles aan om de molen in een goede staat te houden. We vinden het belangrijk dat we kunnen draaien. Dat is goed voor het behoud van de molen en een draaiende molen zorgt voor een glimlach op het gezicht van iedere passant.
Naast jaarlijks onderhoud, zijn er ook grotere projecten gepasseerd zoals restauratie van het rietwerk en de vervanging van de staartbalk. Afgelopen jaar is al het schilderwerk aangepakt, speciaal vanwege het 250-jarig bestaan."

De molen staat stil

Toch staat sinds eind 2021 De Valk stil. De molen kan niet draaien, omdat na een onderzoek bleek dat de stalen roedes van het wiekenkruis niet goed zijn door slechte lasnaden. Het hele wiekenkruis moet worden vervangen en tot die tijd is het niet veilig om te draaien. We onderzoeken momenteel wat de mogelijkheden zijn, want we willen de molen graag helemaal intact bewonen. De subsidiegelden zijn echter niet toereikend voor de financiering van dit project.
De begane grond is ingericht als woongedeelte, op de eerste verdieping slapen de kids en zelf slapen Jorrit en Marit in de bovenste verdieping onder de kap. In de kap zelf bevindt zich alles wat met het draaien van de wieken te maken heeft. Puur houten vakmanschap. Alles wat draait moet regelmatig worden ingesmeerd met reusel, zoals het bovenwiel van het draaimechanisme in de kap
"Het is een raar gevoel. Je woont eigenlijk in iets van iedereen. Bovendien is de omgeving nauw bij de molen betrokken. Het voelt als ‘oppassen’ en er goed voor zijn. Daarom zijn we ook lid van diverse molenverenigingen, want niet alleen het bewonen, maar zeker ook het onderhoud vraagt om vakmanschap. We hopen er met de wieken uit te komen, want we willen ze weer graag laten draaien en steeds meer te weten zien te komen over het molenaarschap.”
Een jubileum met stilstaande wieken, daar moet een oplossing voor gevonden worden.

Geraadpleegde bronnen onder andere:

Het Lint uitgaven 2007 (jaar van de molens)
De Lansing, Historische publicaties 3B-hoek nr.7 1998
De molens van Zuid-Holland (Provinciaal bestuur van ZH 1980)