In april dit jaar kwam de vraag uit de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond of Lansingerland voor een grootschalige opvang van 1500 ontheemde Oekraïners kon zorgen. De burgemeester ging enthousiast aan de slag om de mogelijkheden te onderzoeken, maar stuitte al gauw op meer weerstand in de gemeenteraad dan hij verwachtte. Hem werd zelfs verweten dat hij te voortvarend te werk ging en zichzelf een te grote broek had aangemeten. Na het nodige handjeklap kwam de gemeenteraad uit op twee kleinschalige locaties en een voorlopig maximum van 300 op te vangen Oekraïners. Met enige trots meldt de gemeente nu dat aan de Sporthoeklaan 150 Oekraïners in flexwoningen ondergebracht zullen worden. Dan hebben we het over april volgend jaar. De gemeente stelt de grond ter beschikking, het Rijk financiert de kosten voor het bouwrijp maken en verstrekt een royale kostendekkende dagvergoeding per ontheemde Oekraïner. Een heel solide basis om uiteindelijk een zeer bescheiden nek uit te steken. Want de aankoop van de flexwoningen neemt 3B Wonen op zich, en daarmee zijn enkele tientallen miljoenen euro’s gemoeid. Om voldoende maatschappelijk draagvlak te creëren worden door 3B Wonen bovendien 80 extra flexwoningen geplaatst voor zogenaamde spoedzoekers. De € 3,6 miljoen die nodig is voor het bouwrijp maken van dat stukje grond wordt door de gemeente gefinancierd uit de Eneco-gelden, geld van de samenleving. Een heel kleine investering in de toekomst van onze eigen inwoners. Een royaler gebaar was een grootschalige aankoop van flexwoningen door de gemeente zelf geweest. Er zit immers nog een slordige € 115 miljoen in de Eneco-pot. Wat gaan we daar wél mee doen?
Hoe verantwoord gaan wij nu met onze vrijheid en middelen om? Ik moet denken aan enkele passages uit de oorlogsfilm Saving Private Ryan. Soldaat Ryan staat op hoge leeftijd met zijn kinderen en kleinkinderen bij de graven van de soldaten die hem achter de vijandelijke linies moesten weghalen en veilig thuisbrengen. Hij vraagt of zijn leven het waard is geweest om de offers die anderen met hun leven brachten te rechtvaardigen. Levend in een naoorlogs vrij land stel ik mezelf de vraag of wij nu wel voldoende doen voor onze naaste, om iemand te voeden, te kleden en onderdak te geven.

Freek J. Zijlstra