Mensen die regelmatig melding maken van vliegtuigoverlast, worden op internet vaak uitgemaakt voor azijnzeikers, domkoppen of veelklagers. Ze moeten maar verhuizen, of niet in de buurt van een vliegveld gaan wonen. Met dit soort opmerkingen proberen voorstanders van meer luchtvaart af te leiden van de kern: mensen ervaren oprecht overlast van een lawaaiige industrie. Het kan zomaar zijn dat ze de radio of tv niet kunnen verstaan of dat gesprekken worden onderbroken. De vliegoverlast is voor de corona-pandemie enorm toegenomen. Dat komt uiteraard door de groei van het aantal vliegbewegingen, maar ook doordat vliegtuigen steeds zwaarder worden. Dat geeft gewoon meer lawaai en luchtvervuiling. Dat is onmiskenbaar!
Meldingen van vliegoverlast komen zeer regelmatig voor op afstanden tot 50 kilometer van een vliegveld. Dan rijst de vraag: wat is dan in de buurt? Het verhindert vliegfanaten niet ordinair te schelden op mensen die echt te lijden hebben onder de vliegindustrie.
Maar is het wel terecht dat mensen die regelmatig overlast melden worden uitgescholden? Om die vraag te beantwoorden gaan we gewoon even rekenen. Dat doen we op basis van de gegevens van de omgevingsdienst DCMR. We kijken dus naar Rotterdam. Daar zijn 51.000 vliegbewegingen per jaar te ervaren door de omgeving. In de rapportages staat dat op een meetpunt vlakbij een woonwijk waar de vliegtuigen overheen denderen, het lawaai regelmatig boven de 90 decibel is.
In de regio Rotterdam is één persoon die 3000 meldingen per jaar maakt. Dat lijkt heel veel, maar is dat dan ook zo? Als je 51.000 vliegtuigen over je heen krijgt is het slechts 6% van alle ellende. Het is daarom ongepast om die mensen af te schilderen als mafklappers. Het zijn de mensen met enorm veel overlast en dat ook melden. Dat ze dat in 94 procent van de gevallen niet doen geeft dus aan dat men niet de hele dag aan het klagen is. Ze houden wel vol, dat is zeker.
Er is een bijkomend probleem. Als mensen méér overlast melden, wordt er gezegd dat het zeurpieten zijn, als ze minder gaan melden wordt gegarandeerd door de luchthaven beweerd dat de niet-bestaande hinderbeperkende maatregelen goed werken. ”Kijk maar naar de meldingen”, roepen ze dan op RTHA. Frequente melders zijn dus de mensen die consequent blijven melden dat er veel herrie en luchtvervuiling is in hun woonomgeving. Dat is niet verwijtbaar, maar juist goed. Dat geeft inzicht in de problematiek.
Aan reageerders dus feitelijk de vraag: Hoe vaak mag je melding maken van overlast? Heeft u een getal, een percentage? Indien u dat niet heeft, stop dan met afgeven op mensen die ontzettend veel last hebben van vliegtuigen.

Alfred Blokhuizen
Voorzitter Vereniging BTV-RotterdamAirport